Voor een leefbaar klimaat heeft Nederland zevenmaal meer boeren nodig

help een alt

Wetenschapper en biologische akkerbouwer Meino Smit is gepromoveerd op de duurzaamheid van de Nederlandse landbouw. Zijn conclusie? Als we de klimaatdoelstellingen van Parijs willen halen, moet het landbouwsysteem volledig op de schop: minder machines, meer arbeid, kleinschalige bedrijven, lokale afzet. Zijn ideeën vallen in goede aarde bij pasafgestudeerde natuurvriendelijke boeren. Hoe komt deze nieuwe generatie boeren aan landbouwgrond?

Als klein jongetje wist Meino al dat hij boer wilde worden: “Mijn beide grootvaders waren boer en later hebben mijn ooms onze familiebedrijven overgenomen. Ik logeerde er vaak en heb het boerenvak bij hen in de praktijk geleerd. Na de middelbare school ben ik naar de landbouwuniversiteit van Wageningen gegaan en heb daarna diverse theoretische en wetenschappelijke banen gehad. Op mijn vijfenveertigste heb ik samen met mijn vrouw de sprong gewaagd en ons huidige akkerland in Paterswolde gekocht. We werken biodynamisch. De extra dimensie van dynamisch spreekt ons aan en deze vorm van landbouw is in potentie het meest duurzaam.”

Parijs
Als boer verbaasde Meino zich erover dat de huidige landbouw zoveel energie en grondstoffen nodig heeft. Zijn gedachte 'dit kan toch niet goed gaan?' was de aanleiding om in Wageningen te promoveren op de duurzaamheid van de Nederlandse landbouw. Naast het runnen van zijn akkerbouwbedrijf heeft hij in een promotieperiode van acht jaar alle processen in de landbouw doorgerekend. Het klimaatakkoord van Parijs nam hij als randvoorwaarde. Meino: “Mijn vermoeden bleek juist. Als je de schade aan het milieu meetelt, heeft Nederland allesbehalve een efficiënte landbouw. Mijn grootste eyeopener? Dat het nog erger is dan ik dacht. Het is absurd dat dit landbouwsysteem bestaat.”

Boerentrekpaard
Waar bijvoorbeeld niks van klopt, is het mondiale heen-en-weer gesleep van voedsel. Meino: “Nederland exporteert vlees maar importeert ook enorme hoeveelheden biefstukken uit Argentinië. Dat zijn twee handelsstromen waar havens, boten, vrachtwagens, distributiecentra en asfaltwegen voor nodig zijn. De noodzakelijkheid, om deze energie en grondstoffen te verbruiken, is er niet.” De schaalvergroting met mechanisatie, die we daarvoor denken nodig te hebben, heeft Meino ook meegeteld: “De productie van bijvoorbeeld een trekker kost energie en grondstoffen van de ijzermijn, hoogovens, machinefabriek en het netwerk van dealers. Als je dat vergelijkt met het boerentrekpaard, dat vroeger in de wei stond, is de landbouw enorm inefficiënt geworden.”

Kleinschalige bedrijven
Het is Meino gelukt om op wetenschappelijke gronden een duurzaam Nederlands landbouwmodel voor 2040 te schetsen. In een notendop komt het hier op neer: 80% minder vee, 90% reductie van energie en fossiele brandstoffen, minder machines, meer arbeid, lokale afzet en zeven keer meer boerenbedrijven. Het gaat om kleinschalige bedrijven van vier à twaalf hectare, want dat is een rendabel en behapbaar formaat. “Het grappige is dat de economische noodzaak tot schaalvergroting vervalt als je streeft naar meer arbeid,” aldus Meino. “Ik ben uitgegaan van de huidige 1,8 miljoen hectare landbouwgrond waarmee we zonder import en export 17 miljoen Nederlanders moeten voeden. Toen heb ik het advies voor een gezond dieet van de gezondheidsraad doorgerekend. Als we onze consumptie van dierlijke producten halveren, dan past het erin. We hoeven dus geen vegetariërs te worden. ”

Grote voordelen
Meino heeft zich niet rijk gerekend en is uitgegaan van voor de biologische landbouw bescheiden opbrengsten: “In mijn scenario wordt er geen kunstmest en chemie gebruikt. De enige variatie is biologisch of biodynamisch. Dat heeft grote voordelen: je lost de problemen met stikstof, fosfaat en biodiversiteit op en daarmee ben je tegelijkertijd allerlei regelgeving kwijt. Het huidige landbouwbeleid kijkt per probleem met een grote bureaucratie als gevolg. Mensen die zeggen dat ik een Ot-en-Sien landbouw wil, hebben mijn proefschrift niet goed gelezen. Op alle fronten is het een efficiëntieslag.”

Zonder trekker
Het scenario van Meino valt in goede aarde bij een groeiende groep, die geen agrarische achtergrond heeft, en aan de Warmonderhof is opgeleid als biodynamische boer. Daar is Meino blij mee: “Het is belangrijk dat er veel mensen van buiten de landbouw instromen. Een omslag in denken lukt het beste als je nog niks weet van landbouw. Vanuit een nul-situatie kun je direct gaan werken zoals het in 2040 moet, dus zonder trekker want dat is iets uit het oude systeem.” Meino ontmoet soms jonge boeren met kleine bedrijven, die heel goed snappen waar het over gaat: “De arbeidsverlichting zoeken zij in teeltsystemen, waarin de natuur zoveel mogelijk het werk doet. De koeien worden naar het voer gebracht, inplaats van het voer naar de koeien. Of eenden eten de slakken uit het gewas en bemesten tegelijkertijd het land.” Het zou versterkend werken als er meer van deze mensen komen, aldus Meino: “Het huidige landbouwsysteem veranderen, heeft iets van een strijd. Je gaat tegen de mainstream in. Dat is eenzaam om alleen te doen, of je gaat ten onder.”

Stichting BD Grondbeheer
Hoe kan het aantal klimaatbestendige landbouwbedrijven toenemen? De huidig grondprijs is onbetaalbaar voor een startende boer. Daar heeft Meino ook ideeën over. Tussen 1999 en 2010 was hij voorzitter van BD Grondbeheer, een stichting die met donaties van burgers landbouwgrond aankoopt en zonder winstoogmerk verpacht aan biodynamische boeren: “De aanpak van BD Grondbeheer kan de systeemverandering versnellen.” In het scenario van Meino is er maar vier hectare per bedrijf nodig. Dat maakt het haalbaar om een groot aantal nieuwe boeren aan land te helpen. Als veel burgers structureel meedoen, gaat het roer misschien nog op tijd om. Bovendien heeft deze aanpak nog een ander pluspunt. Meino: “In mijn proefschrift pleit ik voor een beschermde status van landbouwgrond. Het mag niet voor woonwijken, infrastructuur of zonneparken worden ingezet. Dat moet op politiek niveau beslist worden maar BD Grondbeheer zou daar als grootgrondbezitter het voortouw in kunnen nemen. Landbouwgrond blijft landbouwgrond, voor altijd.”

Nieuws

Lees meer

Lees meer

Lees meer