Maak zelf een nestkastje voor de vogels

Als de temperatuur daalt, zoeken vogels veilige plekken om te schuilen tegen kou, regen en wind. Wat veel mensen vergeten: nestkasten zijn niet alleen bedoeld voor het broedseizoen, maar dienen in de winter als natuurlijke “slaapkamers”.

Zelf een nestkast bouwen? Zo simpel kan het zijn

Een nestkastje hoeft geen ingewikkeld project te zijn. Met een paar planken, wat basisgereedschap en 20 minuutjes aandacht kom je al een heel eind.

Gebruik bij voorkeur duurzaam, onbehandeld hout van zo’n 1,8–2 cm dik. Dat is stevig en goed geïsoleerd.

Benodigdheden:

1 Boor met houtboren

Meerdere Schroeven

1 Decoupeerzaag of handzaag en verstekzaag

1 plank (120 x 20 cm) onbehandeld hout, plankdikte ±1,8–2 cm

1 Houtbeitel of vijl

1 Scharnier of klapmechanisme

Schuurpapier (korrel 80–120)

Meetlat, potlood, winkelhaak

Boor of priem voor afwaterings- en ventilatiegaatjes

Bevestigingsmateriaal voor ophangen: boomvriendelijke band, schroef of muurplug met schroef

Zaagplan (zaag de volgende delen)

• Voorplaat: 25 cm hoog × 15 cm breed (met invliegopening)
• Achterplaat: 25 cm hoog × 15 cm breed (voor een schuin dak kies je voor 23 cm)
• Bodem: 12 × 12 cm
• 2x Zijkanten: 25 cm hoog × 12 cm breed (twee stuks) - voor een schuin dak maak je bij elke plank de ene zijde 25 cm hoog en de andere kant 23 cm hoog.
• Dak: 20 × 17 cm (een beetje overlappend aan de voorkant)
  (Je kunt afmetingen aanpassen — hou verhouding en ventilatie in gedachten.)

Stappenplan:

Stap 1 Markeren

Teken alle onderdelen op de plank met potlood en winkelhaak volgens het zaagplan.

Markeer op de voorkant de positie van de invliegopening: ongeveer 16–18 cm boven de bodem (zodat jongen veilig opgroeien).

Stap 2 Uitzagen

Zaag alle onderdelen netjes uit.

Zaag de invliegopening in de voorplaat met een boor (startgat) en decoupeerzaag of gebruik een 28/32/35 mm gatboor voor een nette ronde opening.

Schuur randen licht zodat er geen splinters zijn, vooral rond de invliegopening.

Stap 3 Ventilatie & afwatering

Boor 2 kleine ventilatiegaatjes (2–3 mm) bovenaan de zijkanten of voorkant, vlak onder het dakniveau.

Boor 2–3 afwateringsgaatjes (3–4 mm) in de bodem zodat regenwater kan weglopen.

Stap 4 In elkaar zetten (droog passen)

Leg de achterplaat plat.

Zet de twee zijkanten tegen de achterplaat en controleer of alles gelijk ligt.

Leg de bodem erin (van binnen tegen de zijkanten aan).

Plaats de voorplaat met het gat bovenaan en controleer of alles mooi aansluit.

Stap 5 Schroeven & lijmen

Schroef de zijkanten vast aan de achterplaat (gebruik 2 schroeven per zijde).

Schroef de bodem vast aan de zijkanten en achterplaat (2 schroeven per zijde).

Schroef de voorplaat vast (2–3 schroeven).

Gebruik optioneel houtlijm in naden voor extra stevigheid (veeg overtollige lijm weg).

Stap 6 Dak maken & bevestigen

Schuur het dakpaneel licht.

Bevestig het dak met één scharnier aan de achterzijde of maak het afneembaar met een kleine schroef en moer. Belangrijk: het moet open kunnen voor jaarlijkse schoonmaak.

Stap 7 Afwerking

Schuur alle buitenkanten glad.

Optioneel: Behandel alleen de buitenkant met een milieuvriendelijke beits of olie voor weerbestendigheid; laat de binnenkant onbehandeld.

Laat het kastje goed drogen voordat je gaat ophangen.

Waar moet je een nestkast ophangen?

De plek is minstens zo belangrijk als het kastje zelf.

Zo zit je altijd goed:

• Hang het kastje op minimaal 1,8 meter hoogte (veilig voor katten).
• Richt de opening op het oosten of zuidoosten.
  Zo staat het kastje niet vol in de regen of harde wind.
• Zorg dat er geen volle zon op staat in de zomer.
• Hang het kastje een beetje schuin naar voren zodat regen niet naar binnen drupt.
• Hang het niet in de buurt van voederplaatsen. Dat geeft stress.